Families

A.Brest

A.Cohen

H.Cohen / J.Wolff

S.Cohen / L.de Vries

D.en M.Drukker / J.de Hond

C.H.van Es

B.en S.van Esso / H.Roos

J.van Esso / J.Salomons

M.van Esso

B.Frank

H.Frank / P.Frank

J.Frank

R.Frankforter

B.van Gelder

R.Godfried

H.Goldsteen

M.Goldsteen

M., S., B. en S. Goldsteen

M.de Horst

S.Kan / J.Kan

S.Kats

N.en R.Keizer

J.van Kleef

B.Kroon

R.van Leer

S.de Leeuw en W.Kel

B.Levie

B.Levie

J.Levie

L.Levie

M.Levie

M.Lobstein

S.Mendels

C.Mesritz / R.Nathans

H. en S.Mesritz

M. en I.Pais / H.Polak

M.Polak

E. en J.van de Rhoer

J.van de Rhoer

J.van de Rhoer

L.van de Rhoer

M.van de Rhoer

P.van de Rhoer

S.van de Rhoer

M.A.Roos

S.Roos

J.Rozendal

J.Rozendal

I.Sanders

J.Schaap

S.van der Sluis

B.Stern

I.Stern

A.J.Stibbe

J.en B.de Vries / A.Klein

A.Weinberg

R.Wijl

L.J.Wilda

W.de Wilde

A.Wolf

I.Wolf

D.Wolff

D.Wolff / W.Russ

E.Wolff

J.Wolff

M. en J.Wolff

A.Zaligman

B.Zaligman

J.en M.Zaligman / I.Frank

J.Zaligman

P.Zaligman

S.Zaligman

S. en E.van Zuiden

P.Zwarts

A.Zwiers-Rozendal

Fam.van de Rhoer

Pension Molenstraat

Duits-joodse vluchtelingen

Izak Sanders, Suzanna Sanders-de Groot

Izak Sanders was fotograaf in Meppel. Voordat de familie Sanders naar Meppel kwam, woonden zij in Amsterdam op, voor zover bekend, de volgende adressen: Haarlemmerstraat 148, Van der Pekstraat 94 en Amsteldorp 4. Uit de adres- en gezinskaarten is af te leiden dat Izak toen al fotograaf was en een winkel had. Bijzonder is dat de familie Sanders - toen ook al bestaande uit Izak, zijn vrouw Suzanna en de dochters Clara en Betje - bij al hun verhuizingen steeds werden vergezeld door de inwonende Clara de Haan, van beroep ‘fotograafbediende’. Op 20 november 1923 verhuisde de familie Sanders inclusief Clara de Haan naar Meppel. Izak was vanaf die datum fotograaf in zijn nieuwe woonplaats.

De stad kende reeds vroeg een aantal fotografen. Al in 1870 vestigde portretfotograaf Goldsteen zich hier. Aan het eind van de negentiende en in het begin van de twintigste eeuw kwamen daar de amateur-fotograaf K. Spanjaard en de professionals J. Meijer, M. Bolkestein en H. Polak jr. bij. Met name Meijer heeft een indrukwekkend oeuvre aan foto’s nagelaten.

Izak Sanders en zijn familie woonde en werkte eerst in een winkel in de 1e Hoofdstraat en na 1936 in de 2e Hoofdstraat 44a. Erg breed zal Sanders het niet gehad hebben, want in zijn woning verhuurde hij ook nog een aantal kamers, onder andere aan studenten. Zo huurde Femmigje Frank enige tijd een kamer bij hem in huis. Zij veroorzaakte de nodige commotie, toen ze op een ochtend dood in bed werd aangetroffen. De oorzaak bleef raadselachtig.

Het verhuren van kamers bracht natuurlijk geld op, maar het zal toch een hele schrik geweest zijn toen de familie Sanders op 24 september 1940 een brief kreeg van de Opbouwdienst, waarin inkwartiering gevraagd werd van de Duitse sergeant R. IJssenagger, die bij deze dienst werkzaam was. Aanvankelijk woonde ook de stokoude Geertruida Frank nog bij hen op kamers, voordat ze in de loop van 1941 naar het pension van mevrouw Kan in de Molenstraat verhuisde.

Foto van Izak Sanders van de Landbouwbank.

Izak maakte niet alleen portretten, maar hij verkocht ook fototoestellen en accessoires. Die liet hij in een etalage aan zijn potentiële klanten zien. Een belangrijk onderdeel van zijn werk was het maken van blauwdrukken voor de gemeente Meppel. Die afdrukken maakte hij in zijn werkkamer aan huis. Sanders was een man met nukken en niet voor iedereen even toegankelijk. Misschien had dat met zijn lichamelijke handicap te maken; hij trok namelijk met zijn been.

Izak Sanders werd in 1878 in Groningen geboren en trouwde in 1910 in diezelfde plaats met Suzanna de Groot. Het echtpaar kreeg twee kinderen: Sara en Betje. Sara werkte bij de gemeente Meppel. Zij moest haar werkzaamheden staken toen ze, reeds voor de oorlog, trouwde met Johan van de Rhoer. Johan was een zoon van slager Levi van de Rhoer uit de Woldstraat. Voor hun huwelijksfeest werd door banketbakker Bos speciaal kosjer eten gemaakt. Dat gebeurde in de werkkamer van vader Izak. Betje trouwde met de Leeuwardernaar Albert Jacob de Vries.

Voor Izak Sanders en zijn familie werd het leven er niet gemakkelijker op tijdens de bezetting door de Duitsers. De ellende begon reeds vrij vroeg na het uitbreken van de oorlog. De verordening van 9 september 1940 van de Secretaris-generaal van het Departement van Binnenlandse Zaken bepaalde dat aan iedereen boven de zestien jaar een persoonsbewijs moest worden uitgereikt. Zo ook in Meppel. Die persoonsbewijzen dienden uiteraard voorzien te zijn van een pasfoto. De Meppeler fotografen Fortuin, Vonk, Broekema en Ter Heide kregen van burgemeester Wisman instructies aan welke criteria zo’n pasfoto moest voldoen. Izak Sanders, misschien wel de beste fotograaf van het stel, hoorde daar dus niet bij. Meppelers die in het bezit waren van een ‘gratis foto-bewijs’, konden (inderdaad gratis) een pasfoto laten maken door een der genoemde fotografen. Uit afrekeningen van die gratis foto’s in het gemeentearchief blijkt dan ook dat Izak Sanders inderdaad geen enkele foto op kosten van de gemeente heeft mogen maken. Voor de andere fotografen was het een uiterst lucratieve aangelegenheid. Zo maakten Ter Heide en Vonk bijvoorbeeld elk meer dan 1100 pasfoto’s, op kosten van de gemeente. Broekema maakte er 900 en Fortuin 123.

Op die manier werd Izak Sanders het werken reeds in een vroeg stadium van de Tweede Wereldoorlog erg moeilijk gemaakt. Het vervolg was ook niet al te hoopgevend. Op 12 november 1941 verstuurde het Departement van Binnenlandse Zaken aan alle burgemeesters in Nederland een brief met daarin de vraag: ‘Bevinden er zich onder de "Straatfotografen" in uw gemeente ook joden?’ Burgemeester Wisman zal ook zo’n brief gekregen hebben en moest toen antwoorden dat in Meppel de joodse fotograaf Sanders was gevestigd. Die vraag van het departement was uiteraard niet louter medemenselijke belangstelling, maar had de nodige consequenties. Izak Sanders was dan ook als een van de eerste Meppeler middenstanders het slachtoffer van de maatregelen tegen joodse ondernemers. Op de laatste dag van het jaar, 31 december 1941, sloot hij noodgedwongen de deuren van zijn zaak. Omnia deed als Liquidationstreuhänder de rest; op 25 juni 1943 werd de zaak formeel geliquideerd.

Reeds daarvoor moest de familie Sanders Meppel verlaten. Op 31 juli 1942 vertrok Izak met vier andere Meppelers naar het werkkamp in Vledder. Daar verbleven zij tot zaterdagochtend 3 oktober. Vlak voor het moment dat ze vanuit dit kamp naar Westerbork vervoerd zouden worden schreef Sanders, mede namens vier andere Meppeler kampbewoners, nog een aangrijpende briefkaart aan de heer Heidema in Smilde. Heidema was hun gedurende het verblijf in dit kamp behulpzaam geweest met etenswaren en met kleding:

Vrijdagnacht 1 uur

Beste Menschen,

Wij moeten morgen allemaal naar Westerbork (Werkkamp) vertrekken. Wij danken U, voor Uwe goedheid, die U ons hebt bewezen en zullen dit nooit vergeten.

Wij hopen dat wij U nog eens in vrede zullen ontmoeten en teekenen met groeten.

J. Sanders,

B. Stern, J. Wolff, Ph. v.d. Rhoer en H. van Zuiden

Mocht er nog een pakje bij U komen wilt U dit dan zenden aan I. SANDERS 2e Hoofdstraat 44 Meppel (ongefrankeerd).

Brief van Izak Sanders geschreven in de nacht voordat hij vanuit Werkkamp Vledder naar Westerbork moest vertrekken.

Sanders leefde dus nog in de hoop dat zijn vrouw in ieder geval thuis zou blijven, doch die hoop bleek ongegrond. Nog diezelfde vrijdagnacht werd zij uit haar huis gehaald. Evenals haar man kwam zij op zaterdag 3 oktober in Westerbork aan. Izak en Suzanna Sanders hebben in dat kamp nog een maand samengeleefd. Steven van der Werf, die bij hen op kamers woonde, bezocht hen in die tijd om voedsel en kleren te brengen. Steeds was er de angst om gedeporteerd te worden naar Auschwitz. Elke maandag sloeg hun de schrik weer om het hart. Zouden ze erbij zijn, als de lijst met de voor de volgende dag op transport te stellen joden weer werd voorgelezen?

Op 1 november bleek die angst helaas gegrond: Izak en zijn vrouw Suzanna moesten een dag later op transport naar Auschwitz. Op 2 november vertrokken ze in alle vroegte samen met 952 andere joden dicht opeengepakt in ongeveer vijftien goederenwagens. Na drie ellendige dagen in die vieze, stinkende, overvolle trein kwamen ze aan in Auschwitz. Reeds diezelfde dag (dus op 5 november) vonden ze de dood in een van de gaskamers van dit vernietigingskamp. Naast alle zorgen verkeerden ze tot hun einde in onzekerheid over het lot van hun twee dochters. Sara vond op 23 juli 1943 samen met haar man Johan van de Rhoer de dood in Sobibor. Betje stierf op 7 oktober 1944 in alle eenzaamheid in Auschwitz. Haar man Albert Jacob de Vries was toen reeds door de Duitsers vermoord. Een ongetwijfeld zeer schrale troost: maar in tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten is er tenminste van Izak Sanders nog iets wat aan hem herinnert: zijn prachtige foto’s.

2e Hoofdstraat 44a.


Vorige