Families

A.Brest

A.Cohen

H.Cohen / J.Wolff

S.Cohen / L.de Vries

D.en M.Drukker / J.de Hond

C.H.van Es

B.en S.van Esso / H.Roos

J.van Esso / J.Salomons

M.van Esso

B.Frank

H.Frank / P.Frank

J.Frank

R.Frankforter

B.van Gelder

R.Godfried

H.Goldsteen

M.Goldsteen

M., S., B. en S. Goldsteen

M.de Horst

S.Kan / J.Kan

S.Kats

N.en R.Keizer

J.van Kleef

B.Kroon

R.van Leer

S.de Leeuw en W.Kel

B.Levie

B.Levie

J.Levie

L.Levie

M.Levie

M.Lobstein

S.Mendels

C.Mesritz / R.Nathans

H. en S.Mesritz

M. en I.Pais / H.Polak

M.Polak

E. en J.van de Rhoer

J.van de Rhoer

J.van de Rhoer

L.van de Rhoer

M.van de Rhoer

P.van de Rhoer

S.van de Rhoer

M.A.Roos

S.Roos

J.Rozendal

J.Rozendal

I.Sanders

J.Schaap

S.van der Sluis

B.Stern

I.Stern

A.J.Stibbe

J.en B.de Vries / A.Klein

A.Weinberg

R.Wijl

L.J.Wilda

W.de Wilde

A.Wolf

I.Wolf

D.Wolff

D.Wolff / W.Russ

E.Wolff

J.Wolff

M. en J.Wolff

A.Zaligman

B.Zaligman

J.en M.Zaligman / I.Frank

J.Zaligman

P.Zaligman

S.Zaligman

S. en E.van Zuiden

P.Zwarts

A.Zwiers-Rozendal

Fam.van de Rhoer

Pension Molenstraat

Duits-joodse vluchtelingen


In de Grote Oeverstraat 76 woonde de ongetrouwde Regina Wijl. Ze was op 16 november 1858 in Vledder geboren als dochter van Levi Nathaniel Wijl en Martha David Woudstra. Ze was huishoudster van beroep en woonde vanaf 1929 in de Grote Oeverstraat. Tot 1937 woonde ze op huisnummer 64, waar ze de huishouding deed voor Meijer Frank. Meijer was geboren in 1853 en de vader van Rachel Frank, de vrouw van groenteboer Frank uit de Hoofdstraat. In 1928 overleed zijn vrouw, Maria Kan. Regina kwam toen bij hem in huis wonen, om de huishouding te bestieren. Toen Meijer in 1936 overleed, moest zij het huis verlaten, maar bleef in dezelfde straat wonen, op huisnummer 76.
Regina was toen de enige jodin in deze drukke volksbuurt. En druk wás het er. Misschien was de Grote Oeverstraat, naast de Hoofdstraat, wel de belangrijkste straat van Meppel. Er was een grote verscheidenheid aan handel en industrie en verder vele eenkamerwoningen in de stegen. Men woonde er vlak naast én achter elkaar, want achter de huizen waren soms ook nog woningen gebouwd. In deze hechte volksbuurt werd lief en leed gedeeld.
Regina Wijl woonde ongeveer in het midden van de straat. In de directe nabijheid van haar huis bevond zich een drietal stegen. In de ene steeg waren vijf eenkamerwoningen gelegen, in een andere een blokje met vier woningen en in een derde negen woningen. In die laatste steeg, de breedste, woonden een paar kleurrijke Meppelers: Koning (bijgenaamd ‘De Sire’) en Witvoet (van beroep vishandelaar en beter bekend als ‘De Zeedokter’).
De woningen, in deze thans geheel afgebroken straat, werden afgewisseld met allerlei soorten winkels. Een daarvan (een melkhandel) was gevestigd in een pand van de joodse familie Goldsteen, die een schildersbedrijf/drogisterij in de Hoofdstraat had. In het kozijn van de zij-ingang was een gebedsrolletje aangebracht, dat was afgedekt met glas. De jeugd wilde het rolletje er maar wat graag uithalen, maar dat mocht niet van hun ouders en dus gebeurde dat ook niet. Verder waren er boerderijen en diverse andere soorten bedrijven. Dominant in deze straat waren de voorname graanpakhuizen in de buurt van de Kruisstraat en Molenstraat. Aan de achterkant van de pakhuizen werd de voorraad vanuit de schepen aangevuld, via de voorkant werden de producten met paard en wagen en vrachtauto’s naar de afnemers vervoerd. Andere bedrijfjes die hier gevestigd waren, waren onder andere: steenhouwer Becker, motorenfabriek Meier en aannemingsbedrijf Geskes. Zelfs een expeditiebedrijf ontbrak niet, in deze qua logistiek toch behoorlijk ontoegankelijke straat. De eigenaar ervan, Pol, zat altijd op de bok van zijn vrachtwagen met daarvoor een klein zwart paard. Soms liep er zelfs een veulen mee bij het rondbrengen van de goederen in Meppel en naaste omgeving. En of dat allemaal nog niet genoeg was, kwam er in deze buurt regelmatig bezoek van buitenaf. Veel bekijks trok altijd de scharenslijper.
Regina Wijl moet zich er bijzonder op haar gemak hebben gevoeld. Wat ze met haar 83 jaar zelf niet meer kon, werd ongetwijfeld door buurtgenoten voor haar gedaan. Daarbij hoorde in ieder geval, ze was orthodox in de leer, het aansteken van het licht tijdens de sabbat. Daarvoor werden zonder uitzondering buurjongens ingeschakeld. Ook in de moeilijke tijd die de Tweede Wereldoorlog voor haar geweest moet zijn, zullen de buren haar tot steun zijn geweest. Misschien was die Grote Oeverstraat met haar intimiteit en afgeslotenheid van de rest van Meppel in die afschuwelijke oorlog wel de beste straat om als jodin te wonen.
Maar wat konden de mensen uit die straat op 3 oktober nog voor haar betekenen? Haar laten onderduiken in een van die andere kleine huisjes? Moeilijk, zelfs al zou mevrouw Wijl dat gewild hebben. Ze werd dan ook in die beruchte nacht van de 3e oktober, net als veel andere joden uit haar huisje gehaald en naar het station gebracht. De mensen in de Grote Oeverstraat zullen om haar vertrek getreurd hebben.
In Westerbork ‘vierde’ ze nog haar 84e verjaardag, voordat ze op 9 februari 1943 naar Auschwitz vertrok waar ze drie dagen later werd vermoord.

Regina Wijl woonde midden in de Grote Oeverstraat.


Vorige